Nørre Nebel-Tarm Spoorlijn (NTJ)
Een belangrijke reden voor de aanleg van de lijn Nørre Nebel-Tarm was de aanwezigheid van mergel.
Met mergel werd schrale grond verbetert. De aanleg van de lijn werd mogelijk gemaakt door de grote
spoorwegwet van 27 mei 1908. De wet voorzag in een 50% subsidie in de aanlegkosten en schreef voor dat de
exploitatie gemeenschappelijk werd uitgevoerd met de
Varde-Nørre Nebel Spoorwegmaatschappij (VNJ). Afgesproken werd dat de kosten van het materieel,
de directie, de opzichters en de machinisten voor gezamenlijke rekening waren en dat de stations en de
stationsbezetting door elk van de de twee maatschappijne werd ingehuuurd. Alle zes stations werden
bediend door de echtgenotes van de stationschefs.
De lijn leverde niet aanzienlijk meer verkeer op de voor de VNJ en had zelfs een negatieve invloed
op de exploitatie.
Om kosten te verlagen werd in 1924 een Triangel motorwagen aangeschaft, in 1926/27 gevolgd door de
aanschaf van twee vrachtwagens, en in 1932 een dieselektrische locomotief van Frichs.
Alleen zware goedrentreinen werden nog getrokken door stoomlocomotieven.
In 1939 adviseerde de Verkeerscommissie staatsteun te beëindigen.
De concessie voor de lijn werd afgegeven op 31 juli 1911 aan de NTJ. De indienststelling van het
traject vond plaats op 4 november 1913. De lijn bleef vanwege de slechte rentabiliteit niet
lang in bedrijf en werd op 1 september 1940 gesloten.
Nørre Nebel-Tarm Spoorlijn in cijfers: | | |
| | |
Lengte van het spoor in kilometers | : | 30 km |
Spoorwijdte | : | 1.435 mm |
Railgewicht | : | 22,5 kg/m |