København-Helsingør Spoorlijn (Den sjællandske Kystbane)
In 1839 stelde professor Ursin een spoorlijn tussen Kopenhagen en Helsingør voor. Hij was te vroeg met zijn plan. Evenals J.W. Heymann,
een effectenmakelaar in Kopenhagen. Behalve deze twee pogingen waren er talloze andere voorstellen die nooit de planningsfase haalden.
Het politieke proces verliep niet ook zonder problemen.
De wet van 19 februari 1861 maakte het mogelijk de spoorlijn te realiseren. Det Sjællandske Jernbaneselskab kreeg de concessie
voor een spoorlijn van Kopenhagen naar Helsingør. Voorwaarde was dat het lijn op 1 januari 1865 aangelegd moest zijn. Er waren ook mogelijkheden voor de aanleg
van zijlijnen naar Jægersborg Dyrehave, Fredensborg en Frederiksborg. In de jaren zestig van de negentiende eeuw was er een levendig verkeer naar de Dyrehave en
Det Sjællandske Jernbaneselskab was zeer geïnteresseerd in een aandeel in dat verkeer. Daarom waren ze op 21 juli 1863 al klaar voor de ingebruikneming van de
sectie Kopenhagen - Klampenborg. Dit traject werd voorzien van de bekende dubbeldekker 'boswagons' en al in 1877 werd de lijn omgebouwd naar dubbelspoor.
Bij wet van 8 mei 1894 werd opnieuw een subsidie toegekend voor de aanleg van een kustspoorlijn. Dit keer van Klampenborg via Rungsted Kyst naar Helsingør.
Al op 30 juli 1897 werden de eerste proefritten uitgevoerd. De spoorwegramp in Gentofte op 11 juli 1897 zette echter een domper op de publieke belangstelling.
Vooral toen er geruchten gingen over ongelukken op de nieuwe kustlijn. Desondanks werd de baan op 2 augustus 1897 in dienstgesteld, maar in het begin was het publiek
terughoudend. Dit bleek echter al spoedig van voorbijgaande aard te zijn en de lijn werd een groot succes.
| | |
København-Helsingør Spoorlijn (Den sj&ealig;llandske Kystbane)in cijfers eind jaren '50: | | |
Lengte van het spoor in kilometers | : | 46,2 |
Snelste verbinding in minuten | : | 63 |
Spoorwijdte | : | 1435 mm |